top of page

WAT IS TTJ

Wat is TTJ - of voluit ToestelTurnen Jongens

TTJ was tot 2016 beter gekend als AGH (Artistieke Gymnastiek). Een meer gebruikte naam is toestelturnen. Toestelturnen is één van de oudste olympische disciplines. Uit opgravingen blijkt dat het opvoedingsprogramma bij vele volken uit de oudheid lichaamsoefeningen omvatte, zoals lopen, springen, worstelen, acrobatiek en lenigheidsoefeningen. Het woord gymnastiek is afgeleid van het Griekse woord gumnos dat letterlijk ‘naakt’ betekent. Aan de antieke Olympische Spelen namen alle atleten immers deel in hun blootje, behalve bij het wagenrennen. Om die reden waren vrouwen trouwens toen niet welkom op de Spelen, noch als deelnemers, noch als toeschouwers.


Later werd gymnastiek lange tijd enkel beoefend door rondtrekkende acrobaten, die tijdens de pauze van bijvoorbeeld toneelstukken optraden.
Bij de moderne Olympische Spelen stond gymnastiek als één van de weinige sporten al bij elke editie op het programma, van 1896 tot nu. De heren turnen tegenwoordig aan zes verschillende toestellen: grond, paard, ringen, sprong, brug, rek. De dames turnen aan vier toestellen: sprong, brug, balk en grond. Je kan zowel recreatief als competitief turnen. Techniek en afwerking zijn heel belangrijk in deze sport.
De basisvormen van de huidige turntoestellen en turnbewegingen werden ontwikkeld door de Duitser Friedrich Ludwig Jahn (1778-1852). Hij ontwierp onder andere de brug en de rekstok.

 

GROND

Sprongkracht, lenigheid, coördinatie en elegantie! Tijdens de grondoefening worden voornamelijk acrobatische sprongenreeksen uitgevoerd op een verende vloer van 12 op 12 meter. De gymnast mag hierbij niet buiten het witte vierkant uitkomen

SPRONG

Explosiviteit ! Tijdens de snelle aanloop (maximaal 25 meter tot de springplank) moet de gymnast de nodige kracht ontwikkeld hebben om na een eerste vluchtfase en steunfase op de Pegasus de sprong met één of meerdere salto's en schroeven op de voeten te beëindigen.

PAARD

Evenwicht en beheersing! De paardoefening is een aaneenschakeling van allerlei kreitsen: dwars of parallel op het leer, op 2 bogen of op 1 boog, met verplaatsing of met bijkomende draaibewegingen en schaarbeweging.

BRUG

Veelzijdigheid troef! Aan de brug wordt immers zowel gesteund als gehangen en gelegen, dit laatste in bovenarmlig. De moderne brugoefening is een vloeiende variatie van steunzwaaien en langzwaaien met passages op de bovenarmen, en dit aan twee evenwijdige houten leggers die 180 cm boven de mat hangen.

RINGEN

Voor de krachtpatsers! Je bent een topgymnast aan de ringen als je een aaneenschakeling toont van de moeilijkste krachthoudingen, zoals kruishang, omgekeerd kruis, zwaluw en bovenbalans. Een evenwichtige ringen-oefening bevat ook zwaai-elementen (zoals reuzenzwaaien) en natuurlijk een spectaculaire afsprong. De ringen hangen 260 cm boven de mat.

REK

Het zwaaitoestel in de zuiverste vorm! Nergens anders zie je immers zulke virtuoze reuzenzwaaien, vluchtelementen, greepwissels en afsprongen in één oefening.

bottom of page